-
1 ach en wee roepen
ach en wee roepenpousser des oh! et des ah! -
2 ach en wee over iemand roepen
ach en wee over iemand roepenplaindre qn. -
3 ach
1 ah!⇒ oh!♦voorbeelden:1 ach kom! • allons donc!ach en wee over iemand roepen • plaindre qn.ach en wee roepen • pousser des oh! et des ah!ach zo! • ah, voilà! -
4 oh!
oh! [oo]〈tussenwerpsel; ook m.〉1 〈 uiting van verbazing, bewondering enz.〉o! ⇒ och!, ach!♦voorbeelden:oh! là(là)! • ach jee!, o jee! -
5 *ha!
*ha! ['aa]〈tussenwerpsel; ook m.〉1 〈 onderstreping〉oh!2 〈 verwondering, opluchting〉hè! ⇒ zo!, ha!3 〈 verdriet〉ach!4 〈 bij het lachen〉ha, ha!♦voorbeelden:1 ‘ha! si tu m'avais vu!’ • ‘je had me eens moeten zien!’2 ‘ha! que me racontez-vous?’ • ‘hè, wat vertelt u me nou?’ -
6 pousser des ha!
pousser des ha! -
7 pousser des oh! et des ah!
pousser des oh! et des ah!Dictionnaire français-néerlandais > pousser des oh! et des ah!
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский